Hoe lijm ik Gyproc® platen tegen een muur?

Maak de muur schoon met een harde borstel en verwijder daarbij oude verflagen, behangpapier, vuil en alle loszittende delen, zoals slecht hechtend pleisterwerk.

Behandel poreuze of droge ondergronden. Controleer of de muur zuigend is of niet. Dit doe je door met een kwast water te sprenkelen op de muur. Dringen de druppels snel in, dan is de muur zuigend. Lopen de druppels van de muur, dan is de ondergrond niet zuigend. Is de muur zuigend? Geef dan een voorbehandeling met Gyproc® Voorstrijkmiddel. Is de muur niet zuigend, gebruik dan Betongrip Easy® voor de voorbehandeling

Om een mooi egale Gyproc® wand te bekomen, geef je op de vloer en het plafond aan waar de voorzijde van de wand moet komen. Trek daarvoor met de smetkoord een lijn op een afstand die gelijk is aan de dikte van de gipsplaat + ongeveer 1 cm (naargelang de rechtheid van de muur) + de breedte van de afreilat. Meestal zal de lijn op 12 à 13cm van de muur komen.

Teken de breedte van de gipsplaten ook af op de muur. Zo weet je waar je het L-gips of kleefgips moet aanbrengen.
Tip! Je kan een stukje Gyproc® plaat gebruiken als een soort krijt om de aftekening op de muur te maken. Dit is vaak beter zichtbaar dan een aftekening met potlood.

Maak het L-gips aan zoals op de verpakking vermeld staat. Doe water (+ 10% Gyproc® voorstrijkmiddel of Gyproc® Betongrip Easy voor optimale hechting) in een mengkuip en voeg het gips toe. Laat het even intrekken en meng goed met de mengboor. Laat het gips 5 minuten rusten en meng vervolgens nogmaals goed tot je een smeuïge massa krijgt.

Let op: Maak niet te veel L-gips aan want het aangemaakte gips blijft slechts 45 -60 minuten bruikbaar.

Breng met een pleisterspaan stroken en doppen kleefgips aan op de muur. Breng langs de buitenrand van de plaat doorlopende stroken (links, rechts en onderaan) op 5 cm van de zijkant aan.

In het midden van de muur breng je voor een plaat van 600 mm één rij doppen L-gips van ongeveer 25 cm aan om de 20 cm onder elkaar. Voor een plaat van 1200 mm breng je 2 rijen doppen aan, telkens op 40 cm van de zijkant van de plaat. De dikte van het gips moet 2 tot 5 cm zijn.

Plaats een klein stukje Gyproc® op de vloer op ongeveer 50 cm van de hoek van de muur (bij platen van 600 mm breed). Bij platen van 1200 mm breed leg je het stukje Gyproc® op 100 cm. Laat de platen hierop rusten tijdens de montage.

Snij de eerste Gyproc® plaat ongeveer 1 cm korter dan de afstand tussen de vloer en het plafond. Plaats de plaat op het stukje Gyproc® op de vloer en druk de plaat tegen het kleefgips zodat deze blijft kleven.

Breng de plaat in de juiste positie. Dit doe je best steeds op dezelfde manier. Begin onderaan horizontaal en leg de reilat langs de smetkoordlijn tegen de plaat. Klop met een (rubberen) hamer tegen de lat tot de plaat gelijk ligt met de getrokken smetlijn.

Vervolgens doe je hetzelfde links verticaal en rechts verticaal met behulp van een waterpas.

Ten slotte doe je hetzelfde 2 maal diagonaal. Klop met een rubberen hamer de plaat diagonaal aan. Controleer met de waterpas of de gipsplaat recht kleeft.

Bevestig de rest van de gipsplaten op dezelfde manier en breng ze met behulp van de reilat, waterpas en rubberen hamer steeds in dezelfde positie als de voorgaande platen.

Duid de plaats van schakelaars of stopcontacten goed aan op de gipsplaat zodat je de opening achteraf perfect kan uitzagen. Voor elektriciteitskabels maak je op voorhand een gaatje in de gipsplaat waar je de kabel doortrekt voor je de plaat vastkleeft. Gebruik de Gyproc® steekzaag om openingen in de platen te zagen.