inspiratie

Een plafond van Gyproc® plaatsen? Vermijd deze 7 fouten

Om een plafond te bezetten, doe je best een beroep op een goede vakman. Maar een vals plafond installeren met behulp van gipsplaten, dat kan elke doe-het-zelver. Toch worden er nog vaak flaters begaan met een onbevredigend resultaat als gevolg. Jammer, want in veel gevallen zijn deze fouten makkelijk te vermijden. We zetten de zeven meest voorkomende missers op een rijtje.

1. Je houdt geen rekening met de ondergrond

Als je gipsplaten op een onstabiele ondergrond aanbrengt, kan dit op termijn zorgen voor scheuren en barsten in het oppervlak.

  • Oplossing: wanneer je gipsplaten aanbrengt onder een dakconstructie installeer je eerst een houten of metalen regelwerk. Dit zal mogelijke zettingen en spanningen van de dakconstructie opvangen.

2. Je gebruikt te dunne gipsplaten

Vaak worden gipsplaten van 9,5 mm gebruikt omdat ze lichter zijn en minder kosten. Dit komt de stevigheid en geluidsdichtheid van je plafond echter niet ten goede. Bovendien zijn dunne gipsplaten gevoeliger voor doorbuigen en vervormingen dan de dikkere variant.

  • Oplossing: gebruik voor je plafond gipsplaten van minimaal 12,5 mm dik op een draagstructuur uit hout of metaal.

3. Je gebruikt de verkeerde afwerking voor de aansluiting met andere bouwonderdelen

Als je plafond van gipsplaten wordt ingeklemd tussen andere bouwonderdelen, stijgt het risico op barstvorming door bijvoorbeeld schommelingen in temperatuur en vochtigheid.

  • Oplossing: maak het plafond vrij op de plaatsen waar een gipsplaat een ander bouwkundig vlak raakt. Dit kan je doen door een brede, decoratieve voeg te voorzien en met behulp van een soepel mes het voegproduct vrij te snijden. Een andere optie is het aanbrengen van een scheidingsband die je op voorhand tegen het bouwonderdeel kleeft. Na het opvoegen, kan je het deel van de band dat uitsteekt gemakkelijk wegsnijden.

4. Je voegt op bij slechte weersomstandigheden

Gipsplaten opvoegen bij koude of vochtige weersomstandigheden kan aanleiding geven tot barstjes ter hoogte van de voegen. Het is dus zeker geen goed idee om gipsplaten af te werken als je woning nog niet wind- en regendicht is of als de kamer koud en vochtig is.

  • Oplossing: wacht met het opvoegen en afwerken van je plafond tot de temperatuur en de vochtigheidsgraad in de ruimte hun definitieve peil hebben bereikt. Wil je helemaal voorbereid aan het opvoegen beginnen? Lees dan eerst nog even deze tips voor het afwerken van een gipskartonnen plafond.

5. Je gebruikt geen voegband

Als je de voegen enkel dichtsmeert met een voegpasta krijg je voegen van zeer slechte kwaliteit. De minste spanning of kracht die op de gipslaat komt, zal de voeg laten barsten.

  • Oplossing: gebruik een voegband. Deze geeft extra stevigheid aan de voegen en garandeert een gladde afwerking.

6. Je voegt de randen verkeerd op

Als ijverige doe-het-zelver smeer je te veel voegproduct op de randen of heb je niet het geduld om het product voldoende te laten uitharden. Jammer genoeg wordt het dan heel moeilijk om een perfect glad plafond te creëren.

  • Oplossing: voegproduct aanbrengen gebeurt in verschillende fases. Breng telkens een dunne afwerkingslaag aan en geef deze de minimale uithardingstijd voor je aan een volgende laag begint.

7. Je werkt de gipsplaten af zonder primer

Wie rechtstreeks op de gipsplaten schildert, riskeert verschillende kleurtinten. De ondergrond bestaat namelijk uit verschillende materialen; het karton van de gipsplaten en het voegproduct, elk met een andere zuigkracht.

  • Oplossing: behandel het oppervlak eerst met een primer of grondlaag. Deze geeft het volledige oppervlak een gelijke structuur en zuigkracht zodat je daarna je plafond egaal kan schilderen.
Deze inspiratie komt voor in