Hoe plaats of vervang ik een hanglamp?

Schakel de stroom van de betreffende groep uit. Als er al een bestaande lamp of armatuur hangt, schakel deze aan met de schakelaar. Zet vervolgens de stroom van de betreffende groep uit. De lamp gaat dan als het goed is uit.

Als er nog geen lamp hangt, komen er alleen draden uit het plafond; controleer dan met een spanningszoeker of er nog stroom op het aansluitpunt staat.

Bepaal waar het armatuur moet komen en schroef de ophangbeugel van het armatuur tegen het plafond door middel van schroefpluggen. Afhankelijk van de centraaldozen in je huis moet je de ophangbeugel aan de centraaldoos vastschroeven of aan het plafond bevestigen. In oudere huizen is dat laatste vaak het geval. Je zult dan eerst gaten in het plafond moeten boren om de ophangbeugel te bevestigen.

Strip de uiteinden van de zwarte en blauwe elektriciteitsdraden. Verwijder de buitenmantel van de draden op 1 cm zodat de koperen kern zichtbaar wordt. Indien er aardingsdraden aanwezig zijn, strip dan ook de geel/groene draad.

Schroef de gestripte draden met een schroevendraaier vast in de lusterklem. Plaats de stroomdraden, die uit de lamp komen, aan de andere kant in het lusterklem. Let op: verbind altijd dezelfde kleuren met elkaar in de lusterklem.

Bevestig de hanglamp aan de plafondbeugel. Schroef de plafondplaat van de lamp vast aan de beugel met de schroefjes aan de zijkant.

Draai de lamp in de fitting van de hanglamp. Schakel de stroom weer in en controleer of de lamp gaat branden. Zo niet, schakel dan de stroom weer uit, demonteer het armatuur en/of de plafondplaat en controleer de aansluiting van de bedrading.