1. Multimeter kopen
Het aanbod is divers. Op de verpakking staat welke metingen je met het toestel allemaal kan verrichten. Bij de eenvoudige toestellen blijft dit beperkt tot de spanning (U), de stroomsterkte (I) en de weestand (R). Let op de maximumwaarden die je met het toestel kan meten. Een voorbeeld van een geschikt toestel voor een klusser:
- Gelijkspanning (DC): 0-300 volt
- Wisselspanning (AC): 0-300 volt
- Gelijkstroom: 0-10 ampère
- Weerstand: 0-2MOhm
De specialist zal naast de basisfuncties ook meer uitgebreide mogelijkheden verlangen, zoals het meten van de capaciteit (C), zelfinductie (L), frequentie (f), temperatuur (T), enz.
Iedere multimeter wordt geleverd met twee meetsnoeren (rood en zwart) met meetpennen op het einde. Deze zijn vast met het toestel verbonden bij de eenvoudige toestellen. Maar het is handiger als ze als lossen snoeren worden meegeleverd. Hoe langer de snoeren, hoe meer mogelijkheden. Als je bijvoorbeeld een elektrische geleider van enkele meters lang wil doormeten.
Duurderde multimeters hebben door de band genomen een hogere nauwkeurigheid dan de goedkopere modellen. Maar een meetverschil van 1 millivolt of 1 microvolt is niet iets waar je als klusser van moet wakker liggen.