Een tuinpad met klinkers geeft een rustieke uitstraling aan je tuin. Leg in vier stappen zelf je tuinpad aan: grond voorbereiden, fundering leggen, klinkers leggen en de afwerking.
Bedenk waar en hoe breed je het tuinpad wilt hebben.
Zet met piketpaaltjes en draad het pad met klinkers uit.
Maak de grond proper en vlak.
Graaf het pad uit tot 40 cm, laat het pad naar de randen toe iets aflopen voor de afwatering. De ideale hellingsgraad is 1 tot 2 cm per meter. Controleer dit met een waterpas.
Graaf het pad aan de randen tot circa 45 cm uit voor de kantopsluiting.
Bedek de grond met anti-worteldoek. Snijd het worteldoek op maat met een breekmes. Zorg aan de randen voor een overlap van 15 cm.
Klinkers vragen een stabiele ondergrond, daarom is de fundering van belang. De fundering bestaat uit de kantopsluiting en een verstevigde ondergrond:
Voordat je de boordstenen in de uitgegraven sleuf plaatst, breng je een bedding aan van circa 7 á 8 cm stabilisé.
Plaats de boordstenen stuk voor stuk op de bedding.
Controleer regelmatig of de boordstenen zowel horizontaal als verticaal waterpas staan.
Klop de boordstenen op hun plaats met een rubberen hamer.
Verdeel om de boordstenen nog een laag stabilisé. Druk deze goed aan.
Laat de stabilisé goed uitharden voordat je door gaat met de volgende stap.
Zelf stabilisé bereiden? Ga naar stabilisé calculator . Hier kun je precies uitrekenen hoeveel zand, cement en water je nodig hebt voor de ruimte die je wilt bedekken.
Verstevig de ondergrond met een 20 cm dikke laag steenslag 0/20 of betonpuin 0/40.
Verdicht de laag met een trilplaat.
Verdeel een laag van 10 cm stabilisé over de ondergrond.
Verdicht ook de stabilisé met een trilplaat.
Verdeel hierover nog een kleine laag (5cm) stabilisé.
Rei de stabilisé af met een afreilat of plank. Leg hiervoor twee aluminium profielen op het gewenste niveau in de stabiele laag. Trek de afreilat of plank over de twee profielen naar je toe. Verwijder het overtollige zand. Werk op deze manier het hele pad af. Let op de hellingsgraad van 1 á 2 cm.
Let op: de dikte van de klinkers bepaalt tot hoever de kuil met zand wordt gevuld. Houd er wel rekening mee dat de stenen nog iets zakken. Voorbeeld: bij klinkers van 6 cm dik stort je het zand tot 5,5 cm onder de rand van de kuil.
Je kunt de klinkers in verschillende verbanden leggen: steens- en halfsteensverband, blok-, visgraat- of keperverband. Om extra werk te voorkomen, leg je steeds een rij stenen van tevoren uit zoals je ze wilt hebben.
Knip de klinkers op maat met een klinkerknipper.
Span een draad over het pad op de gewenste uiteindelijke hoogte. Zo weet je precies of de klinkers op de goede hoogte liggen. Bevestig de draad aan al geplaatste piketpaaltjes of zet nieuwe piketpaaltjes naast het pad.
Leg eerst een kader met klinkers aan de rand van het pad.
Plaats de stenen op de gewenste manier, houd tussen de klinkers een ruimte van een aantal mm vrij voor de voegen.
Tik iedere steen met een rubberen hamer een paar keer goed aan.
Gebruik een trilplaat met rubberen mat om de klinkers goed aan te trillen of neem een plank om ze aan te stampen.
Klinkers kun je het best voegen met fijn wit zand:
Verdeel het zand met een bezem of een trekker over het klinkeroppervlak. Herhaal dit tot iedere voeg gevuld is met zand.
Tril de klinkers eventueel nogmaals aan met een trilplaat.
Behandel de klinkers eventueel met een waterafstotend product.
Bij voegen groter dan 2 mm wordt vaak voor polymeerzand gekozen, dit is onkruidwerend zand. Dat plaats je op de volgende manier:
Verdeel het polymeerzand over de klinkers
Veeg het met een bezem in de voegen.
Ga er even overheen met een trilplaat, zodat alle kiertjes goed gevuld worden.
Veeg het nogmaals goed aan met een bezem.
Verwijder de resten zand met een bladblazer.
Maak de bestrating volledig nat met water.
Ga er nog een keer overheen met een bladblazer en laat de bestrating 24 uur drogen.