Hoe plaats ik een tuinpoort?

Meet de breedte van de tuinpoort op die je gaat plaatsen. Vaak is die standaard 90 cm, maar er zijn ook modellen verkrijgbaar die breder zijn. Markeer twee punten met daartussen de breedte van de poort + 1 à 2 cm als tussenafstand. Dit worden de plaatsen waar je de palen neer gaat zetten.

De tuinpoort kun je in de schutting monteren, die je als erfafscheiding gebruikt. Houd bij het neerzetten van die schutting al rekening met de afmetingen van de poort en één of twee palen.

Optioneel: Een tuinpoortkozijn
Een andere optie is om de tuinpoort te plaatsen in een speciaal tuinpoort kozijn. Die geeft de poort een mooie afwerking en meer stevigheid. Bovendien zal de poort in het kozijn vallen en niet ongewenst naar binnen draaien.

Voordat je de palen plaatst, breng je met een blokborstel een laag houtbeschermingsproduct aan op het gedeelte dat dadelijk in de grond staat. Dat is ongeveer 1/3 van een paal, maar houd bij het aanbrengen rekening met een paar extra cm speling. De beschermende laag voorkomt houtrot.

Maak met een grondboor een gat zo diep als 1/3 van een paal, min 10-15 cm. Gebruik een palenrammer om de paal ook het laatste stuk de grond in te krijgen. Zo zorg je dat de paal stabiel staat.

Bevestig de poort aan de paal middels duimen en duimhengen. De juiste lengtemaat van de duimhengen = totale breedte poort -20 cm.

Plaats de duimheng op de tuinpoort en bevestig de duimen aan de paal. Gebruik 3 duimhengen en 3 duimen voor de bevestiging.

Een erfafscheiding werkt het best met een slot op de tuinpoort. Op alle poorten kan je een schuifgrendel monteren voor een eenvoudig slot zonder sleutel. Ga je voor een maximale beveiliging van je tuin? Kies dan voor een poortslot met een baardsleutel of cilindergat, zodat je de poort kunt afgrendelen.