Welke verfroller gebruik je wanneer?

Vachtrollers zijn geschikt voor muurverf, maar welke gebruik ik voor mijn klus? Houd bij het uitkiezen van de roller rekening met het te schilderen oppervlakte. Voor een klein oppervlakte kun je bijvoorbeeld prima werken met een roller van 10 cm breed. Omdat je hiermee nauwkeurig de randen van de muur kunt verven. Voor een grotere muur of plafond is een roller van bijvoorbeeld 18 of 25 cm aan te raden. Langs de randen kun je dan gewoon met een verfborstel verven. Voor een gladde ondergrond kun je het beste een roller met korte haren gebruiken en voor een ruwere ondergrond een roller met langere haren.

De structuurroller herken je aan de gele kleur. De structuurroller bepaalt de hoe grof de structuur is op je muur. De vacht van de roller is van schuim en zorgt en heeft een specifieke structuur. Deze rollers zijn verkrijgbaar in fijne en grove structuur. Bij een muur die in slechte staat verkeerd is het bijvoorbeeld slim om een structuurverf en roller voor een grove structuur te gebruiken. Zo worden oneffenheden goed bedekt.

Lakrollers worden gebruikt om een mooi glad resultaat te krijgen. Er zijn twee verschillende soorten: schuimrollers en viltrollers. Beide hebben ongeveer dezelfde werking.

De schuimrollers nemen zeer goed verf op, wat een glad eindresultaat oplevert. Belangrijk bij het aanbrengen van de verf met een schuimroller is dat je niet te hard drukt. Wanneer je dit wel doet komt de lucht uit de schuimroller in de verf, waardoor er luchtbelletjes ontstaan.

Een viltroller absorbeert een aanzienlijke hoeveelheid verf, waardoor de verf gelijkmatig door de roller wordt verdeeld voor een gladde afwerking. Dit helpt om strepen te voorkomen. Viltrollers zijn geschikt voor zowel verf op waterbasis als voor verf op terpentinebasis.

Zorg voor het gebruik van een vachtroller dat je met wat plakband de meest pluizende deeltjes verwijderd. Maak daarna de roller lichtvochtig met water en rol deze vervolgens droog op een schoon oppervlakte. Een licht vochtige verfroller heeft namelijk een betere verfopname dan een droge roller.

Een handige tip is het halverwege onderdompelen van je roller. Vaak zit er al snel te veel verf op je roller. Dit vergroot de kans op morsen en zorgt ervoor dat je te veel verf op het te schilderen oppervlakte krijgt. Rol de roller vervolgens over je verfbak of verfrooster. Rol bij het schilderen van een muur verticaal van boven naar beneden en laat de helft van je volgende baan overlappen met de eerder aangebrachte baan. Zo krijg je een mooi strak eindresultaat. Druk niet te hard op de roller. Vaak wordt er gedacht dat de verf dan beter pakt. Maar als je te hard op de roller duwt wordt de verf juist niet mooi egaal verdeeld. Zorg dus dat de roller genoeg verf bevat en laat de roller dus zijn werk doen.

Zodra je schilderklus voltooid is, is het tijd om je verfroller goed op te bergen. Na de schilderklus kun je de verfrolhouder verwijderen en de verfroller onder de kraan uitspoelen. Als je met terpentineverf geschilderd hebt kun je de roller schoonmaken met terpentine. Leg de natte roller niet zomaar weg. Laat deze drogen aan een schone verfrolhouder. Zo kan de roller goed drogen en is deze weer klaar voor gebruik voor je volgende verfklus.