Met een zaagtafel zaag je extra brede en lange werkstukken zoals grote platen, laminaat in de lengte of deuren. Een zaagtafel biedt een stabiele ondergrond voor nauwkeurig zaagwerk. Wij geven je hier een aantal praktische tips voor het gebruik van een zaagtafel
Kies een zaagblad dat geschikt is voor het materiaal dat je wil zagen (hout, kunststof…). Wil je heel precies zagen: kies dan een zaagblad met veel tanden. Wil je vooral snel werken en mag het wat grover? Kies dan een blad met minder tanden. Controleer steeds of het zaagblad nog scherp is voor je begint te zagen.
Controleer steeds na het wisselen van een zaagblad of dit in een hoek van 90° ten opzichte van werkblad staat. Controleer ook of de hoeken (bv 45°) correct ingesteld zijn bij het kantelen van de machine.
Op een zaagtafel zitten meestal één of twee breedtegeleiders, parallel aan het zaagblad. Deze kan je zo instellen dat ze het te zagen werkstuk op zijn plaats houden terwijl het door het zaagblad schuift.
De verstekaanslag (aan weerszijden van het zaagblad) kan onder een hoek ingesteld worden om in verstek te zagen.
Stel de zaagdiepte zo in dat de tanden van het zaagblad max. 6 mm boven het materiaal uitsteken. Meet hiervoor de dikte van het materiaal en stel de zaagdiepte in op enkele millimeters extra.
Ga niet vlak achter het blad staan, maar meer aan de zijkant, om te voorkomen dat je wordt geraakt bij terugslag. Kom nooit dicht in de buurt van het zaagblad met je handen. Duw het werkstuk nooit hard, maar rustig en beheerst tegen het zaagblad. Gebruik eventueel een duwhoutje. Draag steeds een gehoorbeschermer en veiligheidsbril tijdens het zagen.