Hoe installeer ik een dimmer?

Het aanbod van dimmers is erg uitgebreid. Er zijn dimmers voor gewone gloeilampen, maar ook speciale dimmers voor halogeen- en tl-lampen. Voor lampen met een snoer kan je snoerdimmers kopen.

Behalve het type lamp zijn er ook verschillende montage systemen:

• Enkel- of dubbelpolige schakelaar vervangen: het meest eenvoudige is van een bestaande verlichtingskring bediend door één schakelaar de schakelaar te vervangen door een dimmer. Ga eerst na of het om een enkelpolige (2 aansluitpunten) of een dubbelpolige (4 aansluitpunten) schakelaar gaat. Je hebt dan ook een dimmer met respectievelijk 2 of 4 aansluitingen nodig.
• Wisselschakelaars vervangen: van een verlichtingskring die bediend wordt met twee wisselschakelaars (bijvoorbeeld voor een trappenhal), moet je de schakelaars vervangen door een toetsdimmer. Die heeft net als de wisselschakelaars 3 aansluitpunten
• Snoerschakelaar vervangen: om bijvoorbeeld een schemerlamp of een leeslamp met een dimmer uit te rusten gebruik je een snoerdimmer. Je kan de schakelaar ook laten staan en de snoerdimmer tussen de lamp en de schakelaar monteren.
• Stekkerdimmer installeren: dit is de meest eenvoudige dimmer van allemaal. Gewoon in het stopcontact steken en klaar ben je. Je kan een stekkerdimmer voor elk stopcontact in huis gebruiken en de aangesloten gloei- en halogeenlampen dimmen binnen een ruime belastingsmarge.

Vervang je een bestaande lichtschakelaar door een dimmer, controleer dan of het een opbouw- of een inbouwschakelaar is. Want je moet dan ook een opbouw- of een inbouwdimmer kopen.

Kijk op de verpakking voor de minimale en maximale vermogens van de dimmer (uitgedrukt in watt). Die moeten afgestemd zijn op de lamp(en) waarvan je de lichtsterkte wil regelen. Belast je een dimmer te laag, dan krijg je een brommend geluid. Een te hoge belasting doet de zekering door slaan.

Ga je een snoerdimmer monteren, ga dan meteen naar stap 3.

• Schakel in de meterkast de stroomgroep waaraan je gaat werken uit. Controleer voor alle veiligheid met een spanningszoeker of de stroom zeker uitstaat.
• Haal de bedieningsknop en de afdekkap van de schakelaar. Bij moderne schakelaars wordt de afdekkap vastgehouden door het binnenwerk. Bij oudere schakelaars wordt de kap met schroefjes vastgezet.
• Gebruik de spanningszoeker om de contacten van de schakelaar na te kijken. Als de stroomkring uitgeschakeld is, mag het lampje van de spanningszoeker nu niet branden.

Enkel of dubbelpolig

• Draai de bevestigingsschroeven van de schakelaar en neem de schakelaar van de muur af.
• Maak de aansluitdraden van de schakelaar los. Dit kan je doen door de schroefjes waarmee ze zijn vastgeklemd los te draaien.
• Sluit de fasedraad (bruin of zwart) op zijn plaats op de dimmer aan (normaalgezien in de rode klem waar P of L op staat) en verbind de dimmer met een schakeldraad (blauw) met de eerste lamp van de parallel geschakelde lampenkring.
• Monteer de dimmer (klikken of schroeven) in de inbouwdoos van de schakelaar.
• Zet de bedieningsknop op de dimmer en klik dan de afdekplaat terug vast.
• Een opbouwdimmer installeer je net als een opbouwschakelaar. Schroef de basisplaat van de dimmer tegen de muur. En klik de rest van de onderdelen daar één voor één op vast.

Wisselschakeling

• Sluit de fasedraad (bruin of zwart) aan op de juiste klem (rode klem met P of L erop).
• Sluit de schakeldraad die van de andere schakelaar komt aan en ook de schakeldraad waarmee je de dimmer met de lamp verbindt.
• Plaats de dimmer in de doos waar eerst de schakelaar in zat en zet hem vast met schroeven of een kliksysteem.
• Zet de bedieningsknop op de dimmer en klik dan de afdekplaat terug vast.

Snoerdimmer

• Trek de stekker van de lamp uit het stopcontact.
• Schroef de snoerschakelaar open en maak de elektrische draden los.
• Schroef de snoerdimmer open en sluit de draden op hun plaats op de dimmer aan. Raadpleeg de schematische weergave op de verpakking voor de zekerheid.
• Schroef de snoerdimmer dicht.