Topkwaliteit laminaat ziet er uit als een authentieke houten vloer, maar beschermt tegen slijtage en krassen. Laminaat leggen in je woning doe je bovendien makkelijk zelf.
Leg de pakken laminaat los van elkaar plat op de grond. Zet ze zeker niet schuin tegen de muur om schuintrekken te voorkomen.
Lees de leginstructies aandachtig en volg alle stappen – ook de voorbereidende fase – nauwgezet op voor een perfect eindresultaat.
Begin steeds in de verste hoek en werk naar de deur toe. Gebruik planken uit verschillende verpakkingen door elkaar. Zo vermijd je zichtbare kleurverschillen.
Lastige vormen of ‘obstakels’, zoals leidingen of een deurpost kan je met een profielmal aftekenen. Voor niet-haakse hoeken gebruik je een zwaaihaak.
Laat het verpakte laminaat minstens 48 uur op voorhand acclimatiseren in de kamer. Zet de laminaat niet schuin tegen de muur, maar leg het laminaat plat op de grond. Zo voorkom je dat de planken kromtrekken.
Maak de ondergrond droog, zuiver en effen. Verwijder indien nodig alle deuren en plinten in de ruimte. Egaliseer de ondergrond eerst indien deze niet effen is.
Zo egaliseer je een vloerRol de ondervloer uit en snijd deze op maat met een breekmes. Laat de ondervloer een stukje tegen de muren op lopen. Snijd af op ongeveer 1 cm.
Een ondervloer vangt oneffenheden in de ondergrond op, dempt het geluid, laat de laminaat goed op elkaar aansluiten én isoleert.
Zo leg je een ondervloerEr bestaan verschillende types ondervloer, elk met specifieke eigenschappen en toepassingen. Weet je niet welke je moet kiezen? Vraag raad in de GAMMA winkel.
- Wildverband patroon
Bij een wildverband patroon verspringen de naden. Bij dit patroon start een volgende baan lamellen steeds met het afgezaagde deel van de laatste lamel van de vorige baan. Dit geeft weinig tot geen zaagverlies.
- Halfsteensverband
Bij een halfsteensverband verspringen de naden volgens een vast patroon. Dit geeft meer zaagverlies. Bij dit patroon start elke rij afwisselend met een volledige plank en 1/3 van een plank.
1e baan: Begin met 1/3 lamel
2e baan: Begin met een volledige lamel
3e baan: Begin met 1/3 lamel
4e baan: Begin weer met een volledige lamel en werk zo afwisselend verder.
Snij het lipje van de eerste plank weg met een laminaatsnijder of afkortzaag. Blijf bij het leggen één centimeter weg van wanden, deurposten en verwarmingsbuizen. Gebruik hiervoor afstandhouders, zo kan het laminaat zonder problemen uitzetten.
Het grote voordeel van een laminaatsnijder, ten opzichte van een gewone zaag, is dat er bij het snijden van laminaat of vinyl geen stof vrijkomt.
Begin de volgende rij met overschot van de vorige rij. Plaats de planken geschrankt. Klik vast met het tand-groefsysteem. Let erop dat er geen vuil of stof tussen tand en groef zit. Tik de planken in elkaar met een aanslagblok, aanslaghoek en hamer.
Haal allereerst een stukje van de deurlijst weg zodat het laminaat mooi kan aansluiten. Bepaal eenvoudig de juiste hoogte met behulp van een reststukje laminaat. Markeer vervolgens het midden van de deur. Tot daar komt het laminaat.
Maak de plank eerst op maat, snijd vervolgens het hoekje op de juiste hoogte van de deurlijst weg. Plaats het laminaat tot slot rondom de deuropening
Zaag de planken van de laatste rij in de lengte op maat met een decoupeerzaag. Plaats ook hier afstandblokjes tussen muur en vloer. Klaar? Verwijder dan alle blokjes, ook die van de eerste rij.
Zaag het overgangsprofiel op maat. Bescherm de laklaag van het overgangsprofiel tijdens het zagen met een stukje tape.
Breng voldoende montagelijm aan. Bevestig vervolgens het overgangsprofiel en duw goed aan.
Meet de afstand tussen het hoogste punt van de vloer en de onderkant van het scharnier. Markeer deze afstand vanaf de onderkant van het scharnier op de deur. Zo weet je precies hoeveel je moet wegzagen. Kort de deur in en hang ze nadien terug in de scharnieren.
Nadat je het laminaat hebt gelegd, kun je de vloer verder afwerken door plinten te plaatsen. Zaag de plinten in verstek op een hoek van 45° en bevestig deze.
Zo leg je houten plinten