Welke lijm kies ik voor mijn klus?

1. Product kiezen

De belangrijkste regel voor wie met lijm werkt, is dat het juiste product voor de juiste toepassing gebruikt moet worden.

Elke lijmproducent heeft een eigen lijmwijzer, waarop je precies terugvindt welke lijm je nodig hebt. Meestal is zo'n lijmwijzer beschikbaar in de handel. Is dat niet het geval, dan vraag je gewoon om raad.

Om te weten of je een vullende of een niet vullende lijm nodig hebt, kijk je naar de oppervlakken die je gaat verlijmen. Zijn die ruw, dan gebruik je een vullende lijm die tot diep in de oneffenheden doordringt. Voor gladde oppervlakken gebruik je een lijm die niet vult.

Uiteraard zijn er erg veel specifieke lijmtypes, maar we onderscheiden de volgende grote families:

Secondelijmen

Deze lijmsoorten zijn krachtig en drogen snel. Meestal zijn ze al hard binnen enkele seconden. Secondelijm wordt ingezet voor het lijmen van onder meer glas, rubber, PVC (hard) en leer. Belangrijk is dat secondelijm niet vult en de te verlijmen oppervlakken dus perfect moeten passen. De lijm wordt maar aangebracht op één oppervlak.

Contactlijmen

Bij deze lijmgroep is het nodig om de te verlijmen oppervlakken allebei met lijm te voorzien. De lijm moet dan een bepaalde tijd drogen (zie handleiding/verpakking), vooraleer je de beide onderdelen zo stevig mogelijk op elkaar drukt. Contactlijm is vaak interessant voor elastische verbindingen.

Houtlijmen

We onderscheiden witte en bruine houtlijmen. De witte polyvinylacetaatlijm, kortweg PVA-lijm heeft geen vullende eigenschappen en is in verschillende variaties beschikbaar. Hij is ook geschikt om bijvoorbeeld karton of papier met hout te verbinden. Ben je op zoek naar een watervaste houtlijm, dan moet je de bruine polyurethaanlijm gebruiken.

Montagekitten

Hoewel de naam anders doet vermoeden, gaat het wel degelijk om lijm. Bovendien kan je er de meest uiteenlopende materialen mee verlijmen. Montagekit of MS polymeerlijm, is geschikt voor elastische toepassingen, maar ook voor klussen waar vocht- en waterbestendige eigenschappen vereist zijn.

Tweecomponentenlijmen

Deze lijmen zijn zeer sterk bij een snelle droogtijd. Zoals de naam zegt, moet je twee componenten in een juiste verhouding met elkaar mengen om de lijm voor te bereiden. Doe dat snel, want de meeste tweecomponentenlijmen beginnen al uit te harden terwijl je het mengsel klaarmaakt.

2. Lijm aanbrengen

• Lees altijd goed de gebruiksaanwijzing van de lijm waarmee je werkt.
• Maak de te verlijmen oppervlakken zuiver en verwijder vet en stofdeeltjes.
• Werk snel, vooral als je met contactlijm en tweecomponentenlijm werkt. De lijm op het ene oppervlak mag niet beginnen drogen, terwijl je het andere oppervlak nog aan het insmeren bent.
• Breng de lijm steeds in een dunne laag aan en zorg voor voldoende druk tussen de verschillende oppervlakken. Dat kan je met de hand doen of met een speciale lijmklem of een spanklem (sergeant in de volksmond).

3. Afwerken

• Overtollige lijm veeg je onmiddellijk weg met een vochtig doekje. Bij bruine houtlijm wacht je tot de lijm droog is en snij je de lijmresten achteraf weg met een breekmesje.
• De droogtijd is afhankelijk van het type lijm dat je gebruikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de verpakking om te weten wanneer de lijm zijn definitieve toestand heeft bereikt.
• Potten en tubes met lijm doe je zo snel mogelijk dicht, om verdampen te beperken. Duw bij tubes een spits voorwerp in de spuitmond, vooraleer je de dop dichtdraait. Zo voorkom je dat er lijm in de spuitmond blijft zitten en uitdroogt.